De commissie is van oordeel dat sprake is van opzet tot misleiding en daarmee fraude.

Verzoekster heeft geen aanspraak op een PGB vv op basis van meer dan 9 uren en 25 minuten Persoonlijke Verzorging per week, nu de wijkverpleegkundige akkoord is gegaan met verlaging van de indicatie.

De zorgverzekeraar mocht een bedrag van € 169.810,55 in verband met ten onrechte uitgekeerd PGB vv van verzoeker terugvorderen. Ook de opname van de (persoons)gegevens van verzoeker voor de duur van acht jaren is terecht.

De ziektekostenverzekeraar mocht overgaan tot afwijzing van de aanvragen PGB vv, omdat verzoekers niet in staat zijn gebleken het PGB vv op verantwoorde wijze te beheren. De commissie ziet aanleiding te bepalen dat, bij wijze van overgangsmaatregel, de vorige toekenning van een PGB vv aan verzoeksters met twaalf maanden wordt verlengd.

Verzoekster heeft geen aanspraak op een PGB vv op basis van meer dan 8 uren en 45 minuten Persoonlijke Verzorging per week, nu daarvoor een indicatie ontbreekt.

Het PGB vv van verzoeker is terecht met ingang van 1 november 2023 beëindigd, omdat verzoeker zelf niet in staat is gebleken tot het beheer van het PGB vv en hij geen (wettelijk) vertegenwoordiger heeft die dit voor hem kan doen.

De ziektekostenverzekeraar mocht het verschil tussen het formele en informele tarief van verzoekster terugvorderen.

De ziektekostenverzekeraar heeft de vereiste zorgvuldigheid in acht genomen bij de beoordeling van de aanvraag voor een PGB vv en de afwijzing moet inhoudelijk voor juist worden gehouden.