Verzoeker heeft geen aanspraak op de in Zuid-Afrika vanwege een ‘expertisebehandeling’ gemaakte overnachtings- en vervoerskosten.

Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is de in Zuid-Afrika vanwege een 'expertisebehandeling' gemaakte overnachtings- en vervoerskosten aan hem te vergoeden. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat de extra kosten voor overnachting en vervoer niet vallen onder de dekking van de aanvullende ziektekostenverzekering. Er is geen sprake van een 'expertisebehandeling'. De commissie overweegt dat uit de polis voor het verzekeringsjaar 2023 blijkt dat verzoeker is verzekerd op grond van de aanvullende ziektekostenverzekering. Hierbij horen de verzekeringsvoorwaarden waarin onder andere aard en omvang van de aanspraken en de hoogte van de vergoeding zijn bepaald. Verzoeker heeft verklaard dat hij op basis van de Vergoedingswijzer ervan mocht uitgaan dat hij geen reisverzekering hoefde te sluiten voor overnachtings- en vervoerskosten bij een 'expertisebehandeling' in het buitenland. De commissie overweegt dat op pagina 3 van de Vergoedingswijzer is vermeld dat dit een samenvatting betreft. Verder staat op pagina 14 dat geen rechten aan de Vergoedingswijzer kunnen worden ontleend. Hierbij wordt verwezen naar de verzekeringsvoorwaarden en de bijbehorende reglementen. In de voorwaarden van de aanvullende ziektekostenverzekering is in artikel 4.3 'overnachtings- en verblijfskosten bij expertisebehandelingen in het buitenland' bepaald dat een 'expertisebehandeling' een behandeling is die in Nederland niet wordt uitgevoerd. De door verzoeker ondergane operatie in verband met netvliesloslating wordt in Nederland ook uitgevoerd en is daarom geen 'expertisebehandeling', zoals bedoeld in de voorwaarden van de aanvullende ziektekostenverzekering. De commissie wijst het verzoek daarom af.

Volledig document openen (pdf)