De commissie ziet geen aanleiding om te bepalen dat de overeenkomst tussen de ziektekostenverzekeraar en deze zorgaanbieder door de ziektekostenverzekeraar openbaar gemaakt dient te worden.

Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is de afspraken die hij heeft gemaakt met Mediq over de levering van de hulpmiddelen waarop verzekerde is aangewezen openbaar te maken. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat hij bij herhaling problemen heeft ervaren met de levering van diabeteshulpmiddelen ten behoeve van verzekerde. Door inzage te krijgen in de afspraken, wordt voor hem duidelijk bij wie hij terecht kan in geval van leveringsproblemen. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat geen verplichting bestaat om dergelijke overeenkomsten openbaar te maken. Daarnaast heeft verzoeker hem voorafgaand aan deze procedure niet geïnformeerd over de ervaren leveringsproblemen en daarom kan de ziektekostenverzekeraar niet beoordelen of hij eventueel zijn zorgplicht heeft geschonden. Overigens bestaat ook binnen het kader van de zorgplicht geen specifieke verplichting om de gevraagde informatie te delen.
De commissie overweegt dat zij, op grond van de verzekeringsvoorwaarden en het toepasselijke reglement, alleen bevoegd is te beslissen in de rechtsverhouding tussen verzoeker – als verzekeringnemer bij de verzekering van verzekerde en diens wettelijk vertegenwoordiger – en de ziektekostenverzekeraar. Ten aanzien van de rechtsverhouding waarop de overeenkomst met Mediq ziet, te weten die tussen de ziektekostenverzekeraar en deze zorgaanbieder, is de commissie niet bevoegd. Om die reden kan de commissie geen uitspraak doen over de door verzoeker gewenste schriftelijke verklaring van Mediq over het leveren zonder vertraging, op straffe van een ‘boete’. Van schending van de zorgplicht kan in dit geval geen sprake zijn nu de ziektekostenverzekeraar, zoals door hem is gesteld en door verzoeker niet is weersproken, niet concreet is geïnformeerd over aard en omvang van de eventuele (leverings)problemen. De commissie ziet geen aanleiding om te bepalen dat de overeenkomst tussen de ziektekostenverzekeraar en deze zorgaanbieder door de ziektekostenverzekeraar openbaar gemaakt dient te worden. De commissie ziet voorts geen aanleiding om de ziektekostenverzekeraar te verplichten een schriftelijke verklaring af te geven waarin is opgenomen dat verzoeker niet direct van fraude wordt beschuldigd als een declaratie fout blijkt te zijn. De commissie wijst het verzoek af.

Volledig document openen (pdf)