De commissie oordeelt dat verzoekster de kosten van de ingreep in Turkije heeft gedeclareerd met het opzet de ziektekostenverzekeraar te misleiden. Daarmee is sprake van fraude. De in dat kader tegen haar getroffen maatregelen zijn proportioneel.

De ziektekostenverzekeraar is op enig moment een onderzoek gestart naar de ingediende declaratie voor een ingreep in Turkije. Naar aanleiding van het onderzoek is geconcludeerd dat verzoekster zich schuldig heeft gemaakt aan fraude. Daarom heeft de ziektekostenverzekeraar vergoeding van de kosten geweigerd en een aantal maatregelen tegen haar getroffen, waaronder het opnemen van de persoonsgegevens van verzoekster in de registers en het vorderen van de onderzoekskosten. Verzoekster heeft bestreden dat sprake is geweest van fraude en heeft aangevoerd dat de onderzoekskosten niet van haar kunnen worden gevorderd, omdat zij toestemming hiervoor heeft geweigerd.
De commissie overweegt dat als vaststaand moet worden aangenomen dat de ingreep de geplande behandeling van een ouder trauma betrof, terwijl verzoekster op het declaratieformulier heeft verklaard dat het ging om spoedeisende zorg. Het voorgaande is voldoende om te concluderen dat is gehandeld met het opzet tot misleiding. De commissie oordeelt dat de ziektekostenverzekeraar vergoeding van de kosten terecht heeft geweigerd en dat de tegen verzoekster getroffen maatregelen proportioneel zijn. Op grond van artikel 20 van de voorwaarden van de zorgverzekering kan fraude ertoe leiden dat de ziektekostenverzekeraar de gemaakte onderzoekskosten op betrokkene verhaalt. Het feit dat verzoekster hiertegen bezwaar heeft gemaakt, maakt dit niet anders.
De commissie wijst het verzoek af.

Volledig document openen (pdf)