Verzoekster heeft geen aanspraak op een facelift, eventueel in combinatie met lipofilling, en voor een oorschelpcorrectie op grond van artikel 2.4 Bzv.

Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de zorgverzekeraar de aanvragen voor een facelift, eventueel in combinatie met lipofilling, en voor een oorschelpcorrectie alsnog dient goed te keuren. De zorgverzekeraar heeft gesteld dat verzoekster niet voldoet aan de voorwaarde van een verzekeringsindicatie in de vorm van een aantoonbare lichamelijke functiestoornis of verminking en dat daarom de desbetreffende aanvragen terecht zijn afgewezen.
De commissie overweegt dat de situatie van verzoekster - atrofie in het gelaat, gelaatptsosis en chondrodermatitis helicis aan de oren - niet overeenkomt met een ernstige misvorming zoals bedoeld in de regelgeving. Daarmee is geen sprake van verminking, hetgeen wordt bevestigd in het advies van het Zorginstituut. Bij een aantoonbare lichamelijke functiestoornis moet het gaan om een aandoening die dusdanig ernstige lichamelijke klachten veroorzaakt dat de verzekerde fors wordt beperkt in het functioneren. Dat dit bij verzoekster aan de orde is, is gesteld noch gebleken. De behandelend kaakchirurg heeft wel verklaard dat het uiterlijk van het gelaat niet conform de leeftijd van verzoekster is en dat dit psychisch lijden tot gevolg heeft. Psychisch lijden is evenwel niet te beschouwen als een aantoonbare lichamelijke functiestoornis en vormt ook als zodanig geen verzekeringsindicatie voor een behandeling van plastisch-chirurgische aard. De commissie wijst het verzoek af.

Volledig document openen (pdf)