Het stond de ziektekostenverzekeraar vrij om (i) de aanvullende ziektekostenverzekering met terugwerkende kracht te beëindigen, en (ii) de uit hoofde van deze verzekering vergoede zorgkosten terug te vorderen.

Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te bepalen (i) dat de ziektekostenverzekeraar de aanvullende ziektekostenverzekering ONVZ Vrije Keuze Optifit ten onrechte met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 heeft beëindigd en (ii) dat hij niet is gerechtigd de uit hoofde van deze verzekering vergoede zorgkosten terug te vorderen. Volgens verzoekster levert de ziektekostenverzekeraar onvoldoende bewijs dat de op 20 januari 2021 met de verzekeringnemer gemaakte afspraken door deze zijn geschonden. Daarnaast geldt dat verzoekster ten tijde van de beëindiging meerderjarig was en niet kan worden gestraft voor de handelingen van de verzekeringnemer. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat de verzekeringnemer in 2016 de ziektekostenverzekeraar heeft verzocht verzoekster te accepteren voor de verzekering ONVZ Optifit. De ziektekostenverzekeraar heeft op basis van de ingevulde gezondheidsvragen de aanvraag afgewezen. Na een telefonisch contact tussen de verzekeringnemer en een medewerker van de ziektekostenverzekeraar heeft de ziektekostenverzekeraar zich bij brief van 20 januari 2021 onder voorwaarden bereid heeft verklaard verzoekster alsnog met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 te accepteren voor de verzekering ONVZ Optifit. Eén van deze afspraken was dat de verzekeringnemer geen direct persoonlijk contact mocht opnemen met medewerkers van de ziektekostenverzekeraar. Omdat de verzekeringnemer deze afspraak vervolgens bij herhaling heeft geschonden, heeft de ziektekostenverzekeraar, conform de gemaakte afspraken, de aanvullende ziektekostenverzekering met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 beëindigd en de uit hoofde van deze verzekering vergoede bedragen bij hem teruggevorderd.
De commissie overweegt dat de ziektekostenverzekeraar zich bij brief van 20 januari 2021, onder voorwaarden, bereid heeft verklaard verzoekster alsnog met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 te accepteren voor de verzekering ONVZ Optifit. Bij e-mailbericht van eveneens 20 januari 2021 heeft de verzekeringnemer ingestemd met het door de ziektekostenverzekeraar gedane voorstel. De commissie stelt in de eerste plaats vast dat verzoekster noch de ziektekostenverzekeraar zich in de onderhavige procedure erop heeft beroepen dat de in de brief van 20 januari 2021 geformuleerde afspraken dienen te worden vernietigd vanwege een wilsgebrek bij de totstandkoming (artikel 3:44, eerste lid, BW), terwijl de commissie hiertoe ook ambtshalve, zo al rechtens mogelijk, geen aanleiding ziet. Een en ander brengt mee dat de ziektekostenverzekeraar en de verzekeringnemer zijn gebonden aan de voorwaarden van de aanvullende ziektekostenverzekering én de afspraken zoals deze zijn vastgelegd in de brief van 20 januari 2021 van de ziektekostenverzekeraar. Eén van deze afspraken was dat de verzekeringnemer geen direct contact mocht opnemen met medewerkers van de ziektekostenverzekeraar. Zou de verzekeringnemer zich hieraan niet houden, dan stond het de ziektekostenverzekeraar, blijkens de gemaakte afspraken, vrij de aanvullende ziektekostenverzekering ten behoeve van verzoekster met terugwerkende kracht tot de ingangsdatum te beëindigen. Het staat vast dat de verzekeringnemer bij herhaling direct contact heeft opgenomen en daarmee de uitdrukkelijk gemaakte afspraak heeft geschonden. Om die reden stond het de ziektekostenverzekeraar vrij de aanvullende ziektekostenverzekering met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 te beëindigen en de reeds gedane uitkeringen ten laste van deze verzekering bij de verzekeringnemer terug te vorderen.

Volledig document openen (pdf)