De zorgverzekeraar heeft niet aangetoond dat de partner van verzoeker het opzet heeft gehad hem te misleiden. Daarom mocht hij niet overgaan tot het opleggen van de door hem getroffen maatregelen.

Verzoeker heeft de commissie verzocht te bepalen dat door zijn partner geen fraude is gepleegd, en dat de zorgverzekeraar de in verband daarmee getroffen maatregelen alsmede de tegen hem, bij wijze van waarschuwing, aangekondigde mogelijke maatregel, zoals vermeld in de brief van 22 mei 2024, ongedaan moet maken. De zorgverzekeraar heeft geconcludeerd dat de partner van verzoeker opzettelijk heeft getracht hem te misleiden door onterecht te stellen dat het bedrag van € 1.951,97 niet aan verzoeker was uitgekeerd. De commissie concludeert dat de zorgverzekeraar niet heeft aangetoond dat de partner van verzoeker het opzet heeft gehad hem te misleiden. De zorgverzekeraar mocht daarom niet overgaan tot de door hem getroffen maatregelen. Daarbij zijn de maatregelen opgelegd aan de partner van verzoeker. Deze is geen partij bij de verzekeringsovereenkomst, dus konden de maatregelen op grond van deze overeenkomst niet aan de partner van verzoeker worden opgelegd. Evenmin is uit de maatregelenbrief van de zorgverzekeraar op te maken dat de maatregelen zijn gebaseerd op het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen.

Volledig document openen (pdf)