Bindend advies GcZ, 21 oktober 2024, SKGZ202302971

Bindend advies GcZ, 21 oktober 2024, SKGZ202302971

Uitspraak Geschillencommissie Zorgverzekeringen
Uitkomst: Gedeeltelijk toegewezen
Datum uitspraak: 21 oktober 2024
Datum publicatie: 31 oktober 2024

De ziektekostenverzekeraar mocht overgaan tot afwijzing van de aanvragen PGB vv, omdat verzoekers niet in staat zijn gebleken het PGB vv op verantwoorde wijze te beheren. De commissie ziet aanleiding te bepalen dat, bij wijze van overgangsmaatregel, de vorige toekenning van een PGB vv aan verzoeksters met twaalf maanden wordt verlengd.

Verzoekers hebben aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar aan ieder van hen een PGB vv moet toekennen conform de ingediende aanvragen. Daarbij tekenen zij aan dat eerder geen opmerkingen zijn gemaakt over de door hen gevoerde administratie. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat verzoekers niet op de hoogte zijn van de verplichtingen die voortvloeien uit het PGB vv en dat zij niet in staat zijn gebleken om zich aan deze verplichtingen te houden. De commissie overweegt dat verzoekers geen (wettelijk) vertegenwoordiger hebben aangesteld en dat zij hebben verklaard dit ook in de toekomst niet te willen. In dat geval is de vraag aan de orde of verzoekers zelf in staat zijn het PGB vv op verantwoorde wijze te beheren. Het staat vast dat zij geen deugdelijke urenregistraties hebben bijgehouden, hoewel zij daartoe op grond van het reglement verplicht waren. Dat hierover eerder geen opmerkingen zijn gemaakt door de ziektekostenverzekeraar doet aan de bestaande feitelijke situatie niet af. Nu verzoekers niet in staat zijn gebleken het PGB vv op verantwoorde wijze te beheren, is de afwijzing van de meest recente aanvragen daarvoor terecht. Verzoekers hebben evenwel onweersproken gesteld dat bij eerdere controles de administratie akkoord werd bevonden, en dat tevens een huisbezoek heeft plaatsgevonden. De commissie neemt, gezien de melding die toen is gedaan bij de afdeling fraude, aan dat bij dit huisbezoek de administratie van het PGB vv is gecontroleerd, en dat hierbij ook constateringen zijn gemaakt ten aanzien van het beheer. Het staat vast dat de ziektekostenverzekeraar hierop geen adequate maatregelen heeft getroffen, hetgeen ervoor heeft gezorgd dat de kennelijk ongewenste situatie kon voortduren. Over de reden van afwijzing van de aanvragen – die daarin was gelegen - werden verzoekers pas laat geïnformeerd zodat zij langdurig in onzekerheid hebben verkeerd over de voortzetting van het PGB vv. De commissie ziet daarom aanleiding te bepalen dat, bij wijze van overgangsmaatregel, de vorige toekenning van een PGB vv aan verzoekers met twaalf maanden wordt verlengd. Tevens dient de ziektekostenverzekeraar het betaalde entreegeld van € 37,- te vergoeden.

Klacht indienen

Heb je een probleem waar je met jouw zorgverzekeraar niet uitkomt, dan kun je dit aan ons voorleggen.

Ik wil een klacht indienen

Gerelateerde uitspraken