Verzoekster heeft geen aanspraak op verwijdering van een borstprothese.

Verzoekster heeft al enige tijd pijn en last aan en onder haar rechterborst. Volgens verzoekster is de prothese in haar rechterborst hiervan de oorzaak. Namens verzoekster is een aanvraag ingediend voor een mammareconstructie door middel van een LD-flap, zonder prothese. De ziektekostenverzekeraar heeft de aanvraag afgewezen, omdat de plastisch chirurg heeft verklaard dat bij verzoekster sprake is van Baker-klasse III. De commissie concludeert dat bij verzoekster geen sprake is van een lichamelijke functiestoornis, zoals bedoeld in de regelgeving. Bij verzoekster is geen ruptuur of lekkage van de siliconen prothese door middel van een echo of mammografie of MRI aangetoond. Voorts heeft verzoekster volgens haar plastisch chirurg geen kapselvorming Baker-klasse IV en is niet gebleken dat bij haar persisterende of recidiverende infecties aan de orde zijn. Van verminking is geen sprake. Verzoekster heeft eerder een borstamputatie ondergaan, waarna een reconstructie door middel van het plaatsen van een borstprothese is gevolgd. De commissie wijst het verzoek af.

Volledig document openen (pdf)