Bindend advies GcZ, 22 oktober 2024, SKGZ202401040

Bindend advies GcZ, 22 oktober 2024, SKGZ202401040

Uitspraak Geschillencommissie Zorgverzekeringen
Uitkomst: Afgewezen
Datum uitspraak: 22 oktober 2024
Datum publicatie: 31 oktober 2024

De ziektekostenverzekeraar heeft de verjaring van de vordering tijdig gestuit. Verder heeft verzoeker niet aannemelijk gemaakt dat hij (te veel) incassokosten heeft betaald. Alle aanvankelijk berekende incassokosten zijn kwijtgescholden. Tot verdere compensatie of kwijtschelding is de ziektekostenverzekeraar niet gehouden.

Verzoeker heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar (i) is gehouden de nog openstaande vordering kwijt te schelden, omdat deze is verjaard en (ii) niet gerechtigd is incassokosten bij hem in rekening te brengen. De door de ziektekostenverzekeraar genoemde betalingsregelingen zijn niet door hem aangegaan. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat verzoeker de nog openstaande vordering dient te voldoen. Hij heeft deze namelijk erkend door hiervoor betalingsregelingen af te spreken zodat het beroep op verjaring niet slaagt. Daarnaast geldt dat de ziektekostenverzekeraar in 2018 alle opgekomen incassokosten heeft kwijtgescholden en sindsdien geen incassokosten meer bij verzoeker in rekening heeft gebracht. De commissie overweegt dat een geldvordering verjaart na vijf jaren, tenzij de verjaring wordt gestuit door verzending van betalingsherinneringen of erkenning van de vordering door de debiteur. De ziektekostenverzekeraar heeft een brief van 13 mei 2018 overgelegd waarin een bedrag van € 3.697,86 wordt gevorderd, waardoor de verjaring is gestuit. Na 13 mei 2018 zijn door de ziektekostenverzekeraar weliswaar geen betalingsherinneringen gestuurd, maar verzoeker heeft eigenmachtig betalingen ter aflossing hiervan gedaan en ook bij herhaling contact opgenomen over de schuld. Dit wordt beschouwd als erkenning van de vordering zodat ook bij ontbreken van wilsovereenstemming over de betalingsregelingen de verjaring is gestuit. Voor zover geen sprake is van erkenning, blijkt uit de door de ziektekostenverzekeraar verzonden brieven over de betalingsregelingen de hoogte van de vordering en dat nog steeds aanspraak wordt gemaakt op voldoening hiervan. Aldus is de verjaring gestuit. Dit betekent dat verzoeker het bedrag van - inmiddels - € 4.465,93 aan de ziektekostenverzekeraar is verschuldigd. Daarnaast oordeelt de commissie dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij (te veel) incassokosten heeft betaald. Alle aanvankelijk berekende incassokosten zijn kwijtgescholden. Tot verdere compensatie of kwijtschelding is de ziektekostenverzekeraar niet gehouden.

Klacht indienen

Heb je een probleem waar je met jouw zorgverzekeraar niet uitkomt, dan kun je dit aan ons voorleggen.

Ik wil een klacht indienen

Gerelateerde uitspraken