Ziektekostenverzekeraar heeft startdatum van de wachttijd correct bepaald en verzoekster is niet verkeerd voorgelicht.

Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar bij het bepalen van de start van de wachttijd voor de aanspraak op vergoeding van kosten voor zwangerschap, bevalling en kraamzorg is uitgegaan van een onjuiste datum. De daarop betrekking hebbende declaraties werden daarom ten onrechte afgewezen. Voor zover de startdatum wel correct is bepaald, is zij verkeerd voorgelicht en dient de ziektekostenverzekeraar de door haar, als gevolg hiervan geleden schade te vergoeden.
De ziektekostenverzekeraar heeft, onder verwijzing naar de verzekeringsvoorwaarden, gesteld dat de startdatum juist is bepaald en dat verzoekster hierover, en over de wachttijd, goed is geïnformeerd.
De commissie oordeelt dat de lezing van de ziektekostenverzekeraar, gelet op de toepasselijke verzekeringsvoorwaarden, juist is. Door de partner van verzoekster is op 10 maart 2023 een concrete en duidelijke vraag gesteld over de dekking. Op 16 maart 2023 heeft de ziektekostenverzekeraar hierop een algemeen antwoord gegeven. Op 20 maart 2023 volgde, in reactie op een door verzoekster op 15 maart 2023 gestuurd e-mailbericht, alsnog een op de situatie van verzoekster toegespitst antwoord, in lijn met de verzekeringsvoorwaarden. Om die reden kan niet worden gesteld dat verzoekster verkeerd is voorgelicht. Dat er, op basis van het algemene antwoord, voor is gekozen de dekking van de verzekering met ingang van 23 maart 2023 te wijzigen, hetgeen achteraf gezien niet zinvol was, maakt dit niet anders. Daarom wordt het verzoek afgewezen.

Volledig document openen (pdf)