De ziektekostenverzekeraar heeft in april 2021 terecht geweigerd de aanmelding van verzoekster als wanbetaler bij het CAK op te schorten. Pas in augustus 2021 is tussen partijen een betalingsregeling afgesproken voor de gehele schuld.

Verzoekster is met ingang van 1 december 2012 aangemeld als wanbetaler bij het CVZ, thans het CAK. In april 2021 heeft verzoekster de ziektekostenverzekeraar verzocht haar aanmelding als wanbetaler bij het CAK op te schorten. De ziektekostenverzekeraar heeft in reactie hierop aan verzoekster meegedeeld hiertoe niet over te gaan omdat zij eerdere betalingsregelingen niet goed is nagekomen. Om de aanmelding weer opnieuw op te schorten moeten volgens de ziektekostenverzekeraar eerst de vorderingen die zijn ontstaan ná 22 februari 2018 worden voldaan.
De commissie deelt het standpunt van de ziektekostenverzekeraar, in die zin dat de opschorting in april 2021 terecht werd geweigerd en dat het verzoek daarom moet worden afgewezen. Sindsdien is de situatie evenwel veranderd. Door de ziektekostenverzekeraar is namelijk erkend dat verzoekster voor alle openstaande vorderingen inmiddels een betalingsregeling heeft afgesproken. De commissie beslist daarom dat de ziektekostenverzekeraar de aanmelding van verzoekster als wanbetaler met ingang van 1 september 2021 had dienen op te schorten. Hierbij wordt opgemerkt dat indien de ziektekostenverzekeraar had gewild dat verzoekster eerst de vorderingen die zijn ontstaan ná 22 februari 2018 zou moeten voldoen, het op zijn weg had gelegen voor deze vorderingen geen betalingsregeling af te spreken óf aan de betalingsregeling voorwaarden te verbinden.

Volledig document openen (pdf)