Verzoekster heeft geen aanspraak op het aanbrengen van 6 implantaten in de bovenkaak, omdat deze dienen ter bevestiging van een vaste constructie.

Verzoekster heeft de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is het aanbrengen van 6 implantaten in de bovenkaak met hierop een vaste brugconstructie te vergoeden ten laste van de zorgverzekering dan wel de aanvullende ziektekostenverzekering.
De ziektekostenverzekeraar heeft vergoeding geweigerd, omdat de zorgverzekering alleen dekking kent voor het aanbrengen van implantaten die dienen als steun voor een uitneembare prothese. Aangevraagd is een vaste constructie. De aanvullende ziektekostenverzekering dekt - samengevat - 80% van de kosten van de verzekerde mondzorg, tot een maximum van € 1.000,- per kalenderjaar.
De commissie overweegt dat op grond van de zorgverzekering en de hieraan ten grondslag liggende wet- en regelgeving in geval van een zeer ernstig geslonken tandeloze kaak aanspraak bestaat op het aanbrengen van implantaten die dienen als steun voor een uitneembare prothese. Tussen partijen is niet in geschil dat bij verzoekster sprake is van een zeer ernstig geslonken tandeloze kaak. Daarentegen staat wel vast dat de implantaten worden aangebracht als steun voor een vaste constructie. Daarmee wordt niet voldaan aan de voorwaarde zodat op grond van de zorgverzekering geen aanspraak bestaat.
Ten aanzien van de dekking van de aanvullende ziektekostenverzekering heeft verzoekster geen verdere stellingen betrokken. Na raadpleging van de verzekeringsvoorwaarden concludeert de commissie dat de ziektekostenverzekeraar de bestaande aanspraken juist heeft samengevat.

Volledig document openen (pdf)