Bindend advies GcZ, 15 februari 2024, SKGZ202300837
Bindend advies GcZ, 15 februari 2024, SKGZ202300837
Uitspraak Geschillencommissie Zorgverzekeringen | |
Uitkomst: | Gedeeltelijk toegewezen |
Datum uitspraak: | 15 februari 2024 |
Datum publicatie: | 21 februari 2024 |
De registratie van de gebeurtenis in het Gebeurtenissenregister en de registratie van de persoonsgegevens van verzoekster in het IVR en het Incidentenregister dienen te vervallen.
Verzoekster heeft aan de Geschillencommissie Zorgverzekeringen (hierna: de commissie) verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is de aan haar opgelegde maatregelen per direct op te heffen en dat hij het bedrag van € 1.667,52 niet van haar mag terugvorderen. Voorts meent verzoekster dat de ziektekostenverzekeraar geen informatie mocht opvragen bij haar vroegere tandarts.
De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat verzoekster de aanvraag voor de aanvullende ziektekostenverzekering destijds niet naar waarheid heeft ingevuld. Hij heeft haar gevraagd medewerking te verlenen bij het onderzoek hiernaar. Verzoekster heeft dit geweigerd. De ziektekostenverzekeraar heeft hierop de uitgekeerde bedragen teruggevorderd en verschillende maatregelen opgelegd. Ten aanzien van het opvragen van informatie bij de vroegere tandarts van verzoekster, heeft de ziektekostenverzekeraar aangevoerd dat door deze geen informatie heeft verstrekt. Verzoekster is derhalve niet in haar belangen geschaad.
De commissie overweegt dat op grond van artikel 7:928 BW een mededelingsplicht geldt bij het aangaan van een verzekeringsovereenkomst en dat verzoekster deze plicht heeft geschonden door op het aanvraagformulier in te vullen dat zij de komende twee jaar geen tandheelkundige behandeling verwacht. Verzoekster had namelijk kort daarvoor, in oktober 2020, een declaratie ingediend voor een initieel onderzoek implantologie van gebitselement 16. Dit wijst erop dat verzoekster voornemens was een implantaat te laten aanbrengen. Vervolgens is hiervan ook gebleken, omdat in maart 2021 ter plaatse een implantaat is aangebracht. Uit artikel 7:930 BW volgt dat geen uitkering is verschuldigd indien de verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken geen verzekering zou hebben afgesloten. De ziektekostenverzekeraar heeft dit aannemelijk gemaakt en heeft terecht het aan verzoekster uitgekeerde bedrag van € 1.667,52 teruggevorderd. Daarnaast heeft de ziektekostenverzekeraar de gebeurtenis en de persoonsgegevens van verzoekster opgenomen in een aantal registraties. Hierbij heeft hij zich beroepen op zijn Privacy statement. De commissie oordeelt dat de registraties zijn gebaseerd op het Protocol Incidentenwaarschuwingensysteem Financiële Instellingen (hierna: PIFI) en Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Verzekeraars (hierna: GVPV). Volgens de ziektekostenverzekeraar is geen sprake van fraude. De commissie stelt vast dat geen van de andere, in het GVPV genoemde incidenten aan de orde is zodat ten onrechte tot de maatregelen werd besloten en deze moeten worden opgeheven.
Tags
Klacht indienen
Heb je een probleem waar je met jouw zorgverzekeraar niet uitkomt, dan kun je dit aan ons voorleggen.