Bindend advies GcZ, 1 augustus 2024, SKGZ202302656
Bindend advies GcZ, 1 augustus 2024, SKGZ202302656
Uitspraak Geschillencommissie Zorgverzekeringen | |
Uitkomst: | Toegewezen |
Datum uitspraak: | 1 augustus 2024 |
Datum publicatie: | 8 augustus 2024 |
Verzoekster heeft aanspraak op vergoeding van de op 6 juni 2023 aangevraagde, en intussen uitgevoerde twintig vervolgbehandelingen, ten laste van de zorgverzekering. De handelwijze van de ziektekostenverzekeraar met betrekking tot de aanvraag van 6 juni 2023 is niet ontoelaatbaar geweest.
Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar is gehouden de in 2023 bij haar uitgevoerde behandelingen van elektrische epilatie van het gelaat te vergoeden. Daarnaast heeft verzoekster de commissie verzocht om een beoordeling van de handelwijze van de ziektekostenverzekeraar in deze kwestie. Volgens verzoekster is eerder vastgesteld dat bij haar een passabiliteitsprobleem bestaat. De situatie is sindsdien alleen maar verergerd. Voorts wordt ten onrechte geen rekening gehouden met het schrikeffect bij betrokkene. Verzoekster vraagt tevens aandacht voor de lange doorlooptijden bij de behandeling van machtigingsaanvragen.
De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat verzoekster niet voldoet aan de geldende voorwaarden, omdat op de overgelegde foto’s niet zichtbaar is dat sprake is van een passabiliteitsprobleem. Daarnaast zijn andere behandelingen voorliggend zodat elektrische epilatie in dit geval niet doelmatig is.
De commissie overweegt dat behandelingen van plastisch chirurgische aard, zoals de aangevraagde behandelingen van elektrische epilatie van het gelaat, kunnen worden vergoed vanuit de zorgverzekering. Hiervoor gelden voorwaarden, onder andere dat een verzekeringsindicatie aanwezig moet zijn, waarbij het in dit verband gaat om verminking in de zin van een passabiliteitsprobleem.
Uit het advies van het Zorginstituut aan de commissie blijkt dat niet kan worden beoordeeld of in juni 2023 nog een verzekeringsindicatie in de vorm van verminking bestond. In april 2024 was hiervan in ieder geval geen sprake meer.
Naar het oordeel van de commissie was bij verzoekster aanvankelijk een passabiliteitsprobleem aanwezig, hetgeen blijkt uit de door de ziektekostenverzekeraar in eerste instantie gegeven toestemming en de latere vervolgmachtiging. Dat dit probleem ten tijde van de aanvraag van 6 juni 2023 niet meer aanwezig was, dan wel sterk was verminderd, kan niet worden geconcludeerd. Integendeel, beide partijen stellen dat het juist was verergerd. Het moet er daarom voor worden gehouden dat toen – nog steeds - sprake was van verminking in de zin van een passabiliteitsprobleem.
De stelling van de ziektekostenverzekeraar dat de aanvraag moet worden afgewezen, omdat verdere behandeling geen meerwaarde had, zodat verzoekster hierop niet redelijkerwijs was aangewezen, wordt gepasseerd. Dit geldt eveneens voor de stelling dat geen sprake was van doelmatige zorg. De commissie beslist dat verzoekster aanspraak heeft op vergoeding van de op 6 juni 2023 aangevraagde, en intussen uitgevoerde twintig vervolgbehandelingen, ten laste van de zorgverzekering. Waar het de handelwijze van de ziektekostenverzekeraar met betrekking tot de aanvraag van 6 juni 2023 betreft, concludeert de commissie dat deze niet ontoelaatbaar is geweest.
Tags
Klacht indienen
Heb je een probleem waar je met jouw zorgverzekeraar niet uitkomt, dan kun je dit aan ons voorleggen.