Verzoekster heeft geen aanspraak op een PGB vv op basis van meer dan 8 uren en 45 minuten Persoonlijke Verzorging per week, nu daarvoor een indicatie ontbreekt.

Verzoekster heeft aan de commissie verzocht te beslissen dat de ziektekostenverzekeraar gehouden is haar alsnog een PGB vv toe te kennen op basis van 31 uren en 30 minuten Persoonlijke Verzorging per week en 20 minuten Verpleging per week. Hierbij heeft zij verwezen naar haar medische situatie, de ingediende aanvraag en een door een tweede wijkverpleegkundige uitgevoerde second opinion. De ziektekostenverzekeraar heeft gesteld dat verzoekster geen aanspraak heeft op een PGB vv op basis van meer dan 8 uren en 45 minuten Persoonlijke Verzorging per week. De commissie overweegt dat geen sprake is van een aanvraag en een second opinion, maar van twee aanvragen voor een PGB vv, waarbij de eerste aanvraag is achterhaald door de tweede. De commissie stelt vast dat de ziektekostenverzekeraar in beide gevallen de juiste procedure heeft gevolgd. Daarnaast hebben de betrokken wijkverpleegkundigen desgevraagd hun akkoord gegeven voor de verlaging van de gestelde indicatie tot 8 uren en 45 minuten Persoonlijke Verzorging per week. Verzoekster heeft geen aanspraak op een PGB vv op basis van meer uren, nu daarvoor een indicatie ontbreekt. De commissie beslist tot afwijzing van het verzoek.

Volledig document openen (pdf)